Paardensport Vlaanderen

Jumping: Loheky- Wim Vinckx Stables: deelnemen met 32 paarden aan de STX Cyclus jonge paarden

26-05-2023 · JA

Isabel De Rijcker runt, samen met haar partner Wim Vinckx, Loheky- Wim Vinckx Stables in Ursel (Aalter). In deze stal gaat fokken, opleiden van jonge paarden, internationale topsport en hengstenhouderij hand in hand.

Bij beide eigenaars werd de paardensport met de paplepel meegegeven. Zo trok Wim Vinckx na zijn studies naar Duitsland, daar leerde hij de kneepjes van het vak. Isabel groeide daarentegen op in Loheky Stables, de stal van haar ouders. Later nam Isabel dit bloeiende bedrijf over en voegde deze samen met Wim Vinckx Stables. Zo ontstond Loheky- Wim Vinckx Stables. Voor Isabel is het een uit de hand gelopen hobby. Zij is namelijk orthopedische technieker, onder de merknaam ‘Lebasi’ vervaardigt ze orthopedische schoenen en rijlaarzen.

Dit jaar neemt Loheky- Wim Vinckx Stables met maar liefst 32 paarden deel aan de STX Cylcus jonge paarden. Paardensport Vlaanderen sprak met ruiters en eigenaars Isabel De Rijcker en Wim Vinckx over deze merkwaardige deelname en de goede prestaties van hun team.

 

32 paarden in de cyclus, zijn dat hoofdzakelijk eigen fokproducten?

Wim Vinckx: “We leiden vooral paarden van eigenaars op, deze rijden we dan ook in de cyclus en dat zijn er ongeveer 27.

 Daarnaast brengen we ook onze eigen hengsten in de cyclus uit. Door deze paarden niet internationaal mee te nemen zorgen we dat ze steeds beschikbaar zijn tijdens het dekseizoen. Daarom besloten we onze eigen hengsten op een gezonde manier de cyclus te laten lopen. Daarmee bedoel ik dat er geen druk achter staat en niets per se moet. Ik denk dat er een vijftal van onze eigen paarden meedoen dit seizoen.”

 

Op welke manier worden de 32 paarden onder jullie team verdeeld?

Wim Vinckx: “Elke dag is een nieuwe dag. Niemand heeft zijn of haar eigen paard. Uiteindelijk rijd ik de meeste paarden zelf op wedstrijd.”

Isabel De Rijcker: “De ruiters rijden steeds samen met Wim. Wanneer hij iets ziet dat niet oké is corrigeert hij of neemt hij het even over. De samenwerking is het belangrijkste”.

Wim Vinckx: “Het feit dat we geen vaste paard-ruiter combinatie werpt op lange termijn zijn vruchten af. Niemand rijdt op dezelfde manier, wat goed is voor de paarden. Zo lopen ze op een gezonde manier in verschillende systemen, volgens mijn ervaring werkt dat het best.”

 

Je zegt dat je de paarden zelf op wedstrijd rijdt?

Wim Vinckx: “Toen we in de cyclus begonnen hadden we ander personeel, deze zijn dan ergens anders zelfstandig begonnen. Daarom ben ik zelf begonnen met de paarden allemaal in de cyclus te rijden. Ondertussen zijn er wel andere ruiters.”

“Als de eigenaar wil dat ik de paarden op wedstrijd rijd, dan doe ik dit ook.”

 

Hoe zorg je dat alle paarden voorbereid worden op de cyclus?

Wim Vinckx: “Het is geen speciale voorbereiding. Eerst moet de dressuur goed zijn, dat heeft rechtstreeks effect op het springen. Wanneer een paard minder goed springt hou ik me er me zelf wat meer mee bezig. Uiteindelijk zal de sprong altijd verbeteren als je de paarden dressuurmatig goed rijdt.”

“De planning is afhankelijk per paard. Wanneer een paard wat moe aanvoelt durven we te beslissen om er enkele dagen het bos in te gaan, op deze manier heeft het paard de tijd om weer wat helder te worden. Pas dan kunnen we terug beginnen rijden. Elk paard wordt afzonderlijk bekeken.”

“Ik zeg ook altijd tegen de ruiters dat ze een paard hard kunnen laten werken maar dat ze deze nooit moe in het lichaam mogen laten voelen. Dat is een sterk punt van ons. Zelf ben ik hier namelijk heel hard mee bezig.”

Isabel De Rijcker: “We zorgen dat er voldoende variatie is voor de paarden. Longeren, wandelingen in het bos en trainingen wisselen elkaar af. In de winter, wanneer er geen cyclus is, gaan we geregeld naar de zee met de paarden.”

 

Hoe ziet een cyclusweekend eruit?

Wim Vinckx: “Weinig slaap!”

Isabel De Rijcker: “Komend weekend is het in Vosselare, wat niet ver is voor ons. Wanneer we naar Gesves moeten is het echt vroeg opstaan. Om 4u staan we op en zorgen we ervoor dat alle paarden gegeten hebben voor ze geladen worden. ’s Avonds duurt het ook even tegen dat alles weer opgeruimd is, het zijn lange dagen.”

Wim Vinckx: “Aan één cyclus wedstrijd nemen ongeveer de helft van de paarden deel. Isabel en ik verdelen de paarden dan onder ons. Het voordeel aan de cyclus is dat je veel verschillende paarden in dezelfde proef mag rijden.”

“Dit weekend bijvoorbeeld worden alle paarden op wedstrijd gereden, dit verspreid over twee dagen.”

 

Welke uitdagingen brengt dit met zich mee?

Wim Vinckx: “Voor mij brengt dit geen uitdaging meer mee. 

De cyclus is goed als je het op een gezonde manier doet. Voor mij moet niets, ik zie de cyclus meer als een oefenwedstrijd. Dit is ook het beste voor de opleiding van het paard. Ik denk persoonlijk dat dit de reden is waarom mijn resultaten relatief goed zijn.”

 

Isabel De Rijcker: “Er is nog een lange weg na de cyclus, hier moet je ook aan denken. Het is leuk om een goede cyclus of  kampioenschap te rijden maar de echte carrière van de paarden moet dan nog beginnen.”

 

Wanneer is het seizoen geslaagd in je ogen?

Wim Vinckx: “Voor mij is het seizoen nu al geslaagd! De paarden lopen goed en zien er allemaal goed uit. Als we de tweede helft op dezelfde manier kunnen rijden zijn we zeer tevreden. Natuurlijk is het altijd mooi meegenomen om een bepaalde prestatie te behalen maar deze druk mag je niet op een paard leggen.”

“Je mag niet teveel verwachten, dan loopt het fout.”

Isabel De Rijcker: “Ik vergelijk het met een kind dat naar school gaat, je kan niet altijd eisen dat deze een tien op tien haalt. Het kind kan ook altijd eens een slechte dag hebben of eens minder geslapen hebben. Als je de druk te hoog legt zal het kind dat niet uithouden. Dat is juist hetzelfde met paarden.”

 

Wat zijn de plannen na de cyclus?

Wim Vinckx: “Na Lanaken gaan we eerst op verlof!”

“Vorig jaar zijn we wel op vakantie geweest, het jaar ervoor niet. Als je niet op voorhand vastlegt wanneer je weg gaat, dan komt het er niet van. Dan blijf je bezig. Er komen steeds nieuwe paarden toe, andere gaan naar huis of op rust. Voor je het weet is de bal weer aan het rollen.”